Onze modelbaan kent 2 varianten.
De basis is 8 vierkante meter groot en is opgedeeld in 4 modules, elk van 1 x 2 meter.

Variant 1
De basis, zonder dit deel kan er niet gereden worden. Dit is het rechter deel van variant 2.
Deze pagina geeft u meer informatie over de opbouw van de basis.

Variant 2
Dit is een uitgebreidere versie met daarbij het station van Cavaglia en de keerlus van Brusio. Deze variant hebben we tijdens de laatste beurzen getoond.
Meer hierover vind u op de volgende pagina's.


De modules A en D staan op poten. De poten hebben een lengte van 70 cm en zijn ongeveer 3 cm instelbaar. De middelste twee modules, B en C, hangen tussen de staande modules. Elke module is een soort frame van multiplex met openingen van 50 bij 50 cm om een stijf geheel te verkrijgen en om makkelijk de spoordragers erop vast te kunnen maken. De hoogte van dit frame is minimaal 20 cm. Deze "open raam methode" maakt het makkelijk om de baan van onderen te benaderen als er zich problemen voordoen. Het totale hoogteverschil in de sporen is 43 cm, dat van het landschap ongeveer 1,20 meter, dit geeft samen met de 20 cm basis een totale hoogte van 1,40 meter. Hierdoor zie je echt een trein in een berglandschap. De voornaamste reden om een module maat van 1 bij 2 meter aan te houden is het aantal spoor overgangen. In module A zit b.v. een spiraal om hoogte te winnen. Deze spiraal is 5 lagen hoog en grotendeels voorzien van 2 sporen, op 1 niveau zelfs 3 sporen voor een passeerstation. Als we deze spiraal over 2 modules zouden verdelen dan geeft dat maar liefst 18 overgangen en dat is vragen om moeilijkheden. In de modules B en C zitten 3 stations verwerkt (2 zichtbare en een schaduwstation) en dat nodigt ook niet uit om over kleinere modules te verdelen. Een 2de argument is het aantal overgangen in het landschap, dat wil je ook zo klein mogelijk houden en op onze manier heb je maar 2 naden die direct in het zicht liggen. De naad tussen modules B en C is, als je hem al ziet, makkelijk te camoufleren met een paar bomen of een struik.

Zoals hierboven aangegeven, is de basis van onze baan verdeeld over 4 modules. Op de middelste module aan de voorzijde (module B) ligt het station Campocologno, dit past geheel binnen de 2 meter van de module. De middelste module aan de achterzijde (module C) is gevuld met het grootste deel van het station Alp Grüm met daaronder een schaduwstation. Module D bevat de rest van het schaduwstation en het station Alp Grüm. Tevens zit er onder in module D een inhaalstation in het spoor dat het station Campocologno met het schaduwstation verbind en dat later wordt besproken bij "Het rail figuur".

De spiraal schematisch weergegeven.

Module A bevat een spiraaltunnel om de verschillende delen van de baan met elkaar te verbinden maar ook om op een kleine ruimte veel hoogteverschil te realiseren. De tunnel bevat twee naast elkaar liggende railspiralen. De binnenste spiraal brengt de treinen van het schaduwstation naar het station Alp Grüm of terug, dit is het grootste hoogteverschil. De buitenste spiraal loopt van het station Alp Grüm terug naar het station Campocologno. Deze beide spiralen zijn enkelsporig en in beide richtingen te berijden. Op de tekening hiernaast is het verloop en de hoogte in niveaus weergegeven. Er is nog één extra spoor, niet getekend. Het spoor dat uit het schaduwstation komt splitst zich, de ene helft gaat via de binnenste spiraal naar Alp Grüm, zoals op de tekening. Het andere, niet getekende spoor gaat naar de andere zijde van het station Campocologno. Dit splitsingspunt is niet alleen de uitgang van het schaduwstation maar tevens de ingang. Hiermee hebben we in principe een achtje gebouwd, alleen iets in elkaar gedraaid. de ene lus is het schaduwstation en de andere is de rest van de baan.

Terug naar boven.

 

Terug naar de Bernina introductie pagina.