Terug naar het TIPS overzicht.

Werken met de Gras-Master

Werken met de Gras-Master: een FREMO-workshop
Tekst en foto’s van Han van Knippenberg met dank aan Paul Hartman, Henry Visser en Lars op ’t Hof

FREMO-Workshop: elektrostatisch gras
De FREMO (Freundeskreises Europäischer Modellbahner) organiseerde op 20 april 2013 een workshop in Amersfoort waarbij het elektrostatisch aanbrengen van grasnaaldjes (o.a. met de Gras-Master van NOCH) centraal stond. Het was een levendige en zeer geslaagde workshop waaraan ca. 35 spoorliefhebbers deelnamen en hun modules van gras voorzagen. Dit artikel geeft een indruk van wat er zoal is gedaan met tips over het elektrostatisch aanbrengen van gras. Dat is een techniek waarbij vezels (naaldjes) van 2,5 tot 6 mm in een lijmlaag worden “geschoten” met behulp van een hoogspanning- apparaat dat de naalden elektrostatisch oplaadt.

De diverse apparaten
Er werd geëxperimenteerd met de volgende apparaten (zie foto 1; de RTS-Greenkeeper en zelfbouw van Henry Visser staan niet op deze foto):

  • Zelfbouwapparaat van FREMO, prijs ca. € 90
  • Gras-Master van Noch, prijs ca. € 155 (www.noch.de)
  • Gras-master van Greentech (nu te koop als Green Scene Flockit), prijs ca. € 100 (www.dccsupplies.com)
  • Easy Set 70 KV van Unojaneba Flock Producte Czech, prijs ca. € 750 (www.uno-flock.cz)
  • RTS-Greenkeeper, prijs ca. € 120 (www.rts-greenkeeper.de)
  • Zelfbouwapparaat Henry Visser (niet te koop)


Foto 1: Enkele geteste apparaten

Het belangrijkste verschil tussen het dure apparaat en de goedkopere varianten is de hoogspanning: bij het dure is dat 70 KV en bij de andere is dat ca 20 KV met uitzondering van het zelfbouwapparaat van Henry Visser dat werkt met 50-70 KV. De beste resultaten werden verkregen met het zelfbouwapparaat van Henry Visser (helaas niet te koop of na te maken) en de Easy Set 70 KV. Bij deze apparaten schieten de naalden eruit en geven ze direct een compacte graslaag of compacte graspollen. Ook het zelfbouwapparaat van FREMO werkte goed. De metalen zeef die zich voorin het FREMO-apparaat bevindt, staat onder hoogspanning en om geen schok te krijgen bij aanraking daarvan is het handig om direct na het gebruik de zeef tegen een railstaaf op de modules te houden waarmee het apparaat ontladen wordt. Ook de RTS-Greenkeeper deed het goed. Er werd echter gebruik gemaakt van een oudere variant waarbij de spanning op het metalen zeefje staat dat zich voorin, in de kop, van het apparaat bevindt. De nieuwere RTS-Greenkeeper werkt op dezelfde manier als de Gras-Master van Noch - de oplading van de naaldjes vindt plaats op een metalen plaat die achterin de strooikop zit hetgeen bij een lage spanning minder goed werkt. Bij de Gras-Master van Noch en van Greentech moesten de naaldjes twee tot drie keer worden opgebracht. Dus eerst een lijmlaag aanbrengen, dan opbrengen van de naaldjes, dan de overtollige naaldjes afkloppen (modulebak op zijn kop zetten en afkloppen) of overtollige naalden afzuigen met een stofzuiger en vervolgens de naaldjes weer opbrengen met de Gras-Master, weer afkloppen, weer opbrengen. En ook na meerdere handelingen was het resultaat toch minder dan bij de Easy Set 70 KV. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de oudere variant van de NOCH Gras-Master, die met een lagere spanning werkt, werd getest; de nieuwere werkt met 20 KV. Een van de aanwezigen stelde de vraag: "Moet je dan toch zo’n goedkoper ding kopen?" Het antwoord is: "Ja, als je volstaat met 4,5 mm naaldjes die doorgaans lang genoeg zijn voor graseffecten. En ja, als je voor lief neemt dat het opbrengen van de naaldjes met een laagspanningsapparaat meer tijd kost omdat je de naaldjes in meerdere keren moet opbrengen en tussentijds de modules moet afkloppen."

De lijm, de naaldjes, het vullen en het "opstrooien"
Er werd gewerkt met drie soorten lijmen:

  • Lascaux 2032 matt medium-2 (favoriete lijm van Paul Hartman)
  • De speciale lijm van Noch (Graskleber)
  • De Flex-Glue van Anita Decor die iets wordt verdund met water (favoriete lijm van Henry Visser)

Gewone houtlijm die iets is verdund, werkt ook maar daarmee is niet geëxperimenteerd tijdens de FREMO-workshop. Houtlijm heeft de neiging snel een “vliesje” te trekken waarna de grasnaalden niet meer in de houtlijm kunnen doordringen. Als je de houtlijm te veel verdunt, houdt deze de grasnaalden niet meer waardoor deze omvallen. De lijm van Lascaux werkt zonder meer goed. De lijmlaag van Lascaux blijf lang “open”, dus vormt geen afsluitend vliesje waar de naaldjes op afketsen, waardoor je grotere vlakken kunt behandelen. De lijm van Noch droogt iets sneller dan die van Lascaux. Daarom wordt aangeraden om bij de NOCH-lijm telkens in kleine vlakken te werken bij het aanbrengen van druppels lijm ca. 10 bij 20 cm. Lars op ’t Hof attendeerde me erop dat bij het team Mitropa goede resultaten worden behaald met houtlijm gemengd met wat voorstrijk van bijvoorbeeld Alabastine om de sterk zuigende werking van materialen als cellenbeton of gipsplaten weg te nemen.

De naaldjes van Mininatur (2 mm en 4,5 mm in diverse kleuren) werken heel goed en worden aangeraden. De producten van HEKI werken ook goed. Het werken met naaldjes van POLAK wordt afgeraden. Het lijkt erop dat de naaldjes van POLAK zijn voorzien van een matte verflaag en dat heeft vermoedelijk tot effect dat ze niet goed elektrostatisch opladen. Door het gebruik gaan de naaldjes samenklonteren en vormen dan balletjes die voor het gebruik weer uit elkaar geplukt moeten worden. Keukenapparatuur (een blender) is handig om de naalden-bolletjes uit elkaar te slaan (foto 2). Ook is het aan te raden om de naaldjes iets te bevochtigen en te bewaren in een plastic doos. Bevochtigde naaldjes laden beter op.


Foto 2: Naaldenbollen ontklonteren met de blender

Het vullen en het opstrooien van de naaldjes gaat als volgt. Vul de kop van het elektrostatische apparaat met de naaldjes. Niet teveel naaldjes, dus niet de kop geheel vullen. Dan het apparaat omdraaien met de kopopening naar boven, het apparaat aanzetten en de naaldjes opschudden zodat ze elektrostatisch worden geladen. Vervolgens het apparaat langzaam omdraaien en de naaldjes losjes uitschudden boven de aangebrachte lijmlaag (5 tot 10 cm boven de lijmlaag). Let op bij de Easy set 70 KV: voordat je dat apparaat aanzet, moet je met je hand de kopopening afsluiten en je hand er pas afhalen vlak boven de lijmlaag. Doe je dat niet, dan schieten de naalden er al uit de lucht in en komen ze overal terecht. Let op samengeklonterde naaldjes in de kop: die verwijderen uit de kop van het apparaat en met de blender weer uit elkaar halen.

De werkwijze
De FREMO-modules waren al voorzien van een grondlaag (met houtlijm vastgezette zandlaag) met daar overheen een eerste laag naaldjes bestaande uit korte naaldjes van HEKI (wintergras). Deze laag geeft diepte aan het gras en imiteert de onderkant van grassprieten die vaak ook wat bruinig zijn. Het beste is om deze laag eerst goed te laten drogen. Foto 3 toont een module waarop de laag wintergras goed is te zien (voorgrond) evenals een reeds aangebrachte laag groene naaldjes (langs de spoordijk) waarbij met de kwast opnieuw lijm wordt aangebracht voor een volgende lading naaldjes.


Foto 3: Basislaag wintergras en aanbrengen van lijmdruppels met kwastje

De werkwijze voorafgaand aan en tijdens de workshop was als volgt:

  1. Aanbrengen grondlaag (bijvoorbeeld een zandlaag) en latexgrondverf in de juiste grondkleur. Dit moet volledig drogen. De modules waren hiermee al voorzien.
  2. Aanbrengen laag HEKI-wintergras nummer 3363 (naaldjes van 2 mm) in witte houtlijm met behulp van een zeefje. Dit kan ook met NOCH-Graskleber en met behulp van de Gras-Master. Deze laag ook goed laten drogen. Diverse modules waren hiermee al voorzien (zie foto 3).
  3. Aanbrengen van lijmdruppels en lijmvlakken met behulp van een pipet of kwast. Lijmvlakken geven een egaler effect. Lijmdruppels geven graspollen en een overtuigender effect (foto’s 3, 4 en 5).
  4. Vullen van het apparaat met de gewenste naaldjes (gewenste lengte en gewenste kleur of mengsels van lengte en kleuren). Tijdens de FREMO-workshop werd meestal gewerkt met naaldjes van Mininatur Sommer in lengtes van 2 mm en 4,5 mm.
  5. Bevestigen van de min-pool van het apparaat nabij het te maken grasveld. Bij modules kan je de min-pool van het apparaat aansluiten op de railstaven. Doorgaans is het handig om een spijker nabij het te maken grasveld in de onderlaag te steken en daarop de min-pool aan te sluiten). Vervolgens opschudden van de naaldjes met het elektrostatisch apparaat. Niet teveel in een keer.
  6. Module omdraaien en overtollige niet vastgelijmde naaldjes afkloppen. Of naaldjes afzuigen met een stofzuiger voorzien van een nylon-kous om de naaldjes te kunnen hergebruiken. De stofzuigermond zeker 5 cm boven het grasveld houden, want anders wordt alles meegezogen. Het gaat om het verwijderen van de overtollige naalden die niet vastzitten in de lijmlaag.
  7. Stappen 5 en 6 herhalen totdat geen lijm meer zichtbaar is. Dit hoeft niet bij de Easy Set 70 KV en niet bij het zelfbouwapparaat van Henry, want hierbij gaat het in één keer goed.
  8. Op andere plaatsen aanbrengen van een lijmlaag of lijmdruppels en herhalen van stappen 4 t/m 6 ook met andere naaldjes (andere kleur en andere lengte). Bovenop de reeds aangebrachte korte (2 mm) groene naaldjes lijm opbrengen kan ook, de top van de naaldjes bestrijken (foto 5) en vervolgens stappen 4 t/m 6 herhalen met andere naaldjes.


Foto 4: Aanbrengen van lijmdruppels met pipet

Foto 4 toont een grasveld dat al eerder was voorzien van graspollen maar waarbij de open gelaten plekken worden voorzien van lijmdruppels en de naaldjes daarna worden aangebracht. Het werken met lijmdruppels werkt heel goed en geeft graspollen in plaats van egale gladde onnatuurlijke grasmatten.


Foto 5: Aanbrengen van lijmlaag met kwast

Foto 5 toont een grasveld waarbij eerst een laag van 2 mm Mininatur-naaldjes zijn aangebracht. Na droging van de lijm is op de opengelaten plekken en deels op de top van de korte naaldjes van Mininatur een nieuwe lijmlaag gestreken en vervolgens is daaroverheen een laag naaldjes van 4,5 mm aangebracht. Dat geeft hoogteverschillen en werkt goed.

Natuurlijke variatie met diverse methoden
De natuur vertoont een enorme rijkdom aan planten. Grassen zijn er in vele soorten en hebben ook andere kleuren dan alleen groen. Tussen het gras groeit van alles zoals mossen en onkruid. Een door schapen begraasd veld is behoorlijk kaal en er is nauwelijks nog een grasspriet te zien. Om de natuur een beetje na te bootsen moet de modelbouwer de nodige variatie aanbrengen. Daarom kan voor een overtuigend effect niet worden volstaan met alleen de bovenstaand beschreven techniek. Je kan al simpele variaties aanbrengen door bijvoorbeeld Woodland Scenics grasvlokken tussen de naaldjes te strooien of toe te passen op kalere vlakken en bijvoorbeeld door hoog gras bosjesgewijs te planten langs slootkanten langs de spoordijk. Een overzicht van diverse methoden voor het maken van grassen staat op www.spoorgroepzwitserland.nl onder “modelbouwtips”. De tekst over de naaldschietmethode is inmiddels achterhaald door bovenstaand beschreven methode. Bedenk wel: ook dat artikel gaat over het maken van grassen en niet over onkruid en andere planten en rommel zoals dode takjes die aangebracht moeten worden.
Een aanrader is de HP-1 Eisenbahnmodellbau heute nummer 44, voorjaar 2012. Hierin geeft Andreas Zühlcke een zeer goede beschrijving van het werken met de Gras-Master van Noch (met veel mooie foto’s over echte grasvelden en grassen op de modelbaan) en met tips zoals het aantippen van de grassprieten met verf in de kleuren oker en bruin. Uiteraard is ook info te vinden op het internet zoals www.wenz-modellbau.eshop.t-online.de en op forum.modelspoormagazine.be


Han van Knippenberg