Het modelleren van grassen |
Bouwt u ook een van de vele groene landschappen der aarde na zoals Nederland of Zwitserland of de Rocky Mountains? En vraagt u zich af hoe u grassen het best kunt imiteren? Grassen die er in vele soorten zijn en ook andere kleuren hebben dan alleen groen. Om de natuur een beetje na te bootsen moet de modelbouwer de nodige variatie aanbrengen. Ik gebruik veel methoden, die ik heb ontleend aan diverse artikelen en publicaties over landschapsmodelbouw en hier en daar heb aangepast. |
|
Methode |
Lengte gras |
Voorbeeld toepassingen |
Typering methode |
Grasmatmethode |
Kort |
Keurige golfbaan? |
Snel en eentonig, Vereist aanpassing |
Strooimethode |
Kort |
Door koeien en schapen begraasde wei. |
Snel een aardig resultaat |
Naaldschiet/zuig/spuit-methode |
Kort |
Gemaaid gras en stoppelige effecten |
Snel resultaat |
Zip Texturing |
Kort |
Stoffige gebieden, karige begroeiing op rotsen |
Snel resultaat, beperkt geschikt voor gras |
Verbandgaasmethode |
Kort, met enkele hogere plukken |
Wei met onregelmatige plukken als gevolg van begrazing door paarden |
Bewerkelijk, goedkoop, leuk effect |
Plukmethode |
Kort |
Verwilderde berm met enigszins platliggend lang gras, ruig grasveld |
Bewerkelijk, goedkoop, goed resultaat |
Inplantmethode |
Lang |
Plukken hoog gras en riet langs bijvoorbeeld de waterkant en tussen/bij ongebruikt spoor |
Langzaam, maar prima effect |
Silflor-patchmethode |
Kort |
Divers, vooral op de voorgrond toepassen |
Prachtig, superieur, peperduur |
Decovlies-patchmethode |
Middellang |
Spoordijk, verwilderde berm, slootkant, helmgras in duinen, hoog opschietende grassen in drassig gebied |
Prima, nogal prijzig |
Greenland-patchmethode |
Kort |
Verwilderde berm, slootkant |
Prima, nogal prijzig |
|
Voordat grassen, onkruid, struiken en bomen en dergelijke worden geplant op de modelbaan moet er eerst een goede ondergrond zijn die de onbegroeide bodem voorstelt. Dit is vaak een lichtbruine kleur, maar ook zandkleurig, roodachtig en vele andere tinten zijn mogelijk. Het is van groot belang dat u een goed beeld heeft van de basisgrondkleur in het gebied dat u uitbeeldt. Die kleur zal overal terugkomen, bijvoorbeeld in de vorm van de modder op auto’s en tractoren. Ik imiteer Zwitserland en mijn grondlaag bestaat uit een laag verdunde latex muurverf met daarin op willekeurige plekken Woodland Scenics turf gestrooid (type earth T42) en op donkere natte plekken eventueel soil (T41). De latex laat ik speciaal op kleur mengen. Ik gebruik Flexa ambiance vinyl- of acryllatex kleurcode E8.20.50. Nadat ik de latexverf en de Woodland Scenics turf (gemalen schuimrubber) heb aangebracht laat ik het spul drogen. Andere modelbouwers strooien bijvoorbeeld fijn zand in de verflaag of in verdunde houtlijm. Als de grondlaag gereed is kan er van alles gaan groeien waaronder de hieronder besproken grassen. |
Een geheel andere methode voor het aanbrengen van een grondlaag is Zip-texturing, een methode die in mindere mate ook geschikt is voor het modelleren van gras. |
Wie kent niet de overbekende grasmat aan de rol uit de modelbouwwinkel? Koop het per strekkende meter en plak het op de baan. Niet doen dus, want het wordt een weinig overtuigend saai stuk grasland. Beter is het om stukjes van de rol te knippen en hier en daar toe te passen in combinatie met andere methoden. Door de grassprieten korter te knippen met een nagelschaartje en door met een airbrush kleurvariaties aan te brengen kan het best nog aardig worden. Deze commerciële grasmatten hebben het nadeel dat ze lelijk van kleur zijn, dat de naaldjes glimmen en dus van hun glans ontdaan moeten worden. Dat kan door opspuiten van matte of zijdeglans verf met een airbrush. |
Met behulp van een theezeefje of busje met gaatjes strooit u de foamproducten van Woodland Scenics of Heki of andere merken over de ondergrond. Hierbij moet de ondergrond niet dichtgestrooid worden, die moet er op sommige plekken juist in meer of mindere mate doorheen schijnen. Woodland Scenics en Heki hebben diverse grastinten (groen, lichtgroen en geel) die door elkaar heen gebruikt kunnen en moeten worden. Pas op met de groene tint, want die kan snel overheersen. De foam moet worden vastgezet met een lijm. Daarvoor kunt u verdunde houtlijm gebruiken (verhouding 1 deel lijm en 5 delen water). Ik geef de voorkeur aan Talens Acrylmedium-mat, dat in de verhouding 1 deel acryl en 3 delen water wordt verneveld over de foamlaag met een plantenspuit of deodorantflesje). Maar voordat dit gebeurt, ga ik eerst de toplaag ‘beregenen’ met behulp van een plantenspuit (ik spuit het water recht omhoog in de lucht zodat het zachtjes neerdaalt op de foamlaag, of ik spuit van grote afstand ). Doet u dat niet, dan blaast u gemakkelijk de foamlaag weg bij het opspuiten van de verdunde acryl. Aan het nevelwater moet u enkele druppels afwasmiddel toevoegen om de oppervlaktespanning van het water te verbreken en daarmee de vloei-eigenschappen te vergroten. Ik prefereer acryl boven houtlijm omdat het geheel onzichtbaar opdroogt en ook niet meer oplost wanneer het nat wordt bij latere begroeningsbehandelingen. De foamlaag moet worden verzadigd met acryl. Maakt u geen zorgen over de melkwitte kleur, die verdwijnt geheel na droging (zie foto’s). |
Door grovere foamsoorten te gebruiken en/of gekleurd zaagsel kunt u laag groeiend onkruid imiteren dat met evenveel gemak gelijk mee gestrooid kan worden. Woodland levert een soort vlies dat u op de ondergrond kunt aanbrengen. Daaroverheen kunt u dan foams strooien, wat een iets ruiger effect geeft dan foams die u direct op de ondergrond lijmt. |
Naast commerciële producten kunt u ook u zelfgemaakte producten instrooien, bijvoorbeeld gemalen en
uitgezeefde rietstengels. Dat geeft het effect van gemaaid gras op een boerenveld.
|
Heki en ook ander merken zoals Woodland Scenics en Berka leveren kleine vezels of naaldjes, dezelfde als waarvan de grasmatten zijn gemaakt. De naaldjes worden in zakjes in diverse kleuren verkocht. Breng op de ondergrond een lijmlaag aan van houtlijm of acrylmedium of latexverf en schiet de naaldjes recht opstaand in de lijmlaag. Dit laatste kan met de zogenaamde turbostat van Noch of de electrostat van Heki of door een klein plastic balgje. De electrostat is zeer prijzig en moet in clubverband worden gekocht (ca. € 680,-). De prijs van de turbostat weet ik niet, maar die zal ook duur zijn. Een plasticbalgje is het goedkoopst. Stelt u zich bij dit balgje een kort stukje stofzuigerslang voor met een daaraan bevestigd een smal slurfje (zie foto). De naaldjes worden in de slang gestopt en met een schuddende en pompende beweging door de slurf naar buiten geschoten in de lijmlaag. Ik heb jaren geleden zo’n balgje gekocht en zou niet weten waar u ze nu kunt vinden. Een nadeel is dat lange naaldjes regelmatig het slurfje verstoppen, dus dat schiet niet op. Bovendien blaas je met deze methode de naaldjes deels ook omver. Veel simpeler is de naaldzuigmethode. Neem een hoopje naaldjes tussen de vingers en laat ze in de lijmlaag vallen, daarbij de vingers heen en weer wrijvend. Door tegen de modelbaan te tikken verspreiden de naaldjes zich nog wat. Zuig vervolgens de overtollige naaldjes weg met een stofzuiger en klaar is kees. Het moge duidelijk zijn dat hier met enig beleid te werk gegaan moet worden. Een sterke stofzuiger vlak boven de naaldjes houden slurpt alles op. Door een nylonkous om de zuigmond te doen kunt u de naaldjes ‘terugwinnen’. Geen te dikke lijmlaag aanbrengen anders verzuipen de naaldjes. |
In het Railmagazine van november 2001 las ik nog een alternatief van Len de Vries. Pak een spuitbus met goed plakkende haarlak, spuit die lak op de plek op de modelbaan waar gras moet komen en strooi tegelijkertijd in de spuitnevel de naaldjes. Het resultaat – volgens Len – zijn rechtopstaande naaldjes. De omgeving die niet onder de haarlak mag komen moet wel worden afgeschermd. Len noemt deze spuitmethode de turbomethode vanwege het snelle resultaat. |
Hiermee heeft u drie alternatieven voor de dure electrostat waarbij de spuitmethode en de zuigmethode mijn voorkeur hebben. |
De naaldjes glimmen en moeten van hun glans en lelijke kleur ontdaan worden door ze te bespuiten met verf d.m.v een airbrush. U kunt hiervoor matte verf gebruiken of zijdeglans. De zijdeglans verf heeft het voordeel dat dit vochtig gras imiteert. Daarmee kunnen ook subtiel kleurvariaties worden aangebracht. Heeft u geen airbrush dan kunt u bijvoorbeeld spuitbusjes verf van Tamiya kopen, alleen is de verf dan niet zo mooi te doseren als met een airbrush. Door tussen de naaldjes fijn zand te strooien en/of bovengenoemde foams kunt u het realiteitsgehalte verhogen. |
De naaldjes gaan alle kanten op. Ik adviseer u om uit gezondheidsoverwegingen een stofkapje te dragen.
|
Zip texturing is een methode waarbij een mengsel van gipspoeder en puur pigment met behulp van een
theezeefje wordt uitgestrooid over een gipsen ondergrond. De ondergrond mag in dit geval geen latex
verflaag zijn, maar moet uit gips bestaan die van tevoren moet worden bevochtigd met een plantenspuit.
Het gips-pigmentmengsel zal zich vastzetten op de vochtige gipsen ondergrond, resulterend in een
korrelachtige structuur met een stoffig uiterlijk. U kunt modderpoelen, erosie-effecten, en watergeulen
imiteren door het aangebrachte mengsel op gerichte plaatsen te besproeien/bevloeien met water.
Deze methode leent zich prima voor gebieden waar wel wat groeit, maar waar het weinig regent en men dus
een wat droog en stoffig effect wil imiteren en schaarse begroeiing. Ook kan men deze methode gebruiken
voor het aanbrengen van grondlagen en karige vegetatie op rotsen waarbij het neervallende
gips-pigmentmengsel blijft liggen op de horizontale of schuine gedeelten. Deze methode is niet geschikt
voor het nabootsen van sappige alpenweiden. In onderstaande tabel treft u enkele mengverhoudingen aan.
|
|
oker |
rauwe omber |
rauwe sienna |
groen |
gips |
gras-1 |
|
1 |
2 |
2 |
2 |
gras-2 |
3 |
1 |
|
3 |
4 |
gras-3 |
7 |
2 |
|
6 |
8 |
gras-4 |
3 |
1 |
|
2 |
4 |
Hier vind U foto materiaal van de Zip texturing methode. |
Surgical lint (of Engels pluksel) is het basismateriaal voor deze methode. Het is verbandgaas en bestaat uit textiel en daarop een watachtig laagje. U kunt het in Engeland in de apotheek kopen. De Nederlandse variant staat bekend onder de naam Engels pluksel, maar werkt niet zo goed omdat de watachtige laag te dun is. Het witte verbandgaas moet eerst worden geverfd met textielverf (bijvoorbeeld olijfgroen van Dylon nr. 34). Knip het verbandgaas in hanteerbare stukken en volg de instructies die bij het verfblikje (klein blikje van Dylon) zijn gevoegd. Door het gaas langer of korter in het verfbad te laten liggen krijgt u kleurvariaties. Na het verven moet het spul drogen. De ondergrond van de plek waar u gras wilt aanbrengen moet stevig en vrij gelijkmatig zijn zonder hobbels en bobbels. Een verflaag van latex kan, maar er mag geen foam in gestrooid zijn. Beter is het om te kiezen voor een gekleurde gipsen ondergrond, waarbij de kleur in de poriën van het gips zit en er niet als een laag bovenop zit. Op de ondergrond brengt u een zeer dunne laag houtlijm aan. Het verbandgaas wordt met de watachtige laag naar onderen voorzichtig op de lijmlaag gelegd. Deze nauwelijks aandrukken. Dit is een zeer cruciale stap. Als u teveel lijm gebruikt of het gaas te sterk aandrukt, dringt de lijm in het gehele gaas en kunt u opnieuw beginnen. Nu laat u het zaakje volledig drogen. Na droging trekt u het gaas weer van de ondergrond af. Lukt dit niet of trekt u de ondergrond mee (wat makkelijker zal gebeuren bij een latex verflaag) dan heeft u teveel lijm gebruikt of is de ondergrond niet sterk genoeg om de trekkracht te kunnen verdragen. Wat we bij het verbinden van wonden willen vermijden, namelijk dat verbandgaas deels in de wond plakt, is hier juist wel gewenst. Wat achterblijft, is een donsachtig laagje materiaal. Het ziet er in eerst instantie niet uit en behoeft een volgende verfbehandeling met aquarelverf. Maak een mengseltje van de volgende kleuren van aquarelverf van Winsor en Newton: 3 dotjes sap green, 1 dotje hooker green dark, beetje burnt sienna en 8 theelepeltjes water. Dep dit mengseltje met een kwast op de het donsachtig laagje. Door de verf plakken de vezels aan elkaar en verdwijnt het donzige uiterlijk. Door het deppen wordt de boel platgedrukt en ziet het er nog steeds niet goed uit. Niets van aantrekken en rustig laten drogen. Als het droog is kunt u de vezels weer omhoog trekken of tillen met een ouderwets nagelborsteltje (een beetje heen en weet wiebelen met het borsteltje en de vezels omhoog wippen). Als het spul nog nat is kunt u met een naald of een mespunt hier en daar wat plukken omhoog halen. Het resultaat is onregelmatig kort gras met hier en daar hogere plukjes. De houtlijm wordt weer vochtig door het opdeppen van de waterverf, waardoor de platgedrukte vezel daarin deels gaat vastplakken en deels aan elkaar gaat plakken. Dit is echter een voordeel omdat hierdoor het pluizige effect verdwijnt. Probeer het ook eens met een laagje acrylmedium mat. Eenmaal opgedroogd is dit spul ongevoelig voor water. Echter, dit resulteert wel in een pluizig effect. Maar dat kunt u voorkomen door de vezels op te wippen met een puntje van een X-acto mesje of door het op te borstelen als het nog vochtig is (niet geheel droog). |
Als het effect u tegenstaat omdat er te weinig gras is en teveel ondergrond doorheen schijnt kunt u de
behandeling herhalen omdat u dan te voorzichtig bent geweest met de lijmlaag. Ook kunt u de ondergrond
hier en daar met een airbrush groen spuiten zodat het lijkt of er meer gras staat en ander materiaal zoals
foam ertussen strooien.
|
Het basismateriaal is bij voorkeur vlasvilt, te verkrijgen bij gespecialiseerde bedrijven, zoals
de Nederlandse Vilt Maatschappij. De naturelkleur van vlasvilt is goed bruikbaar als droog gras
en dit vilt is licht van kleur en hoeft niet eerst gebleekt te worden. Alternatieven zijn
geluidsisolatiematten in auto’s en ondertapijt. Pluk het vilt, isolatiemateriaal of ondertapijt
uit elkaar zodat u als het ware losse proppen materiaal heeft. Ondertapijt bestaat uit twee lagen
gescheiden door een plastic netwerk. Het plastic kunt u niet gebruiken. Het gaat om het viltachtige
materiaal. Zoals gezegd moeten donkere materialen eerst gebleekt worden met chloorbleekloog of
waterstofperoxide. Het gebleekte materiaal kunt u vervolgens verven met textielverf net als bij de
verbandgaasmethode. U kunt het ook eerst aanbrengen en dan verven. Op de ondergrond brengt u nu een
dikke laag houtlijm aan. Duw daar de proppen materiaal in en laat het zaakje drogen. Na droging gaat
u aan het materiaal plukken en trekken waarbij alleen de vezels blijven zitten die goed zijn vastgeplakt
in de houtlijm. Te lange vezels werkt u bij met een schaartje. U kunt het materiaal naar eigen inzicht
zo kort of lang mogelijk laten door al of niet te knippen. Daarna moet het materiaal worden (bij)geverfd
met aquarel verf net als bij de verbandgaasmethode. Ook hier worden de vezels weer platgedrukt, u kunt
die met een staalborstel weer overeind zetten. Daarna moet u weer plukken. En bijknippen tot het u
bevalt. Alles wat u eraf plukt moet u bewaren, want dat kunt u weer op andere plaatsen gebruiken.
Ook hier geldt weer de tip: gebruik eens acrylmedium mat of latexverf in plaats van houtlijm. Door
instrooien van foam en andere materialen kunt u de variatie vergroten. Ook kunt u weer de ondergrond
(en onderkant van de grassprieten) wat groen bijverven/spuiten (bijvoorbeeld met Humbrol forest green)
en prachtige effecten creëren met een airbrush door het topje van de hoogste grassprieten te bespuiten
met een fijn laagje gele of zandkleurige verf. Persoonlijk vind ik dat deze methode op geen enkele
modelbaan mag ontbreken: goedkoop, effectief en heerlijk knutselen.
|
Hoog opschietende grassen kunnen heel goed worden benaderd door hiervoor plukjes sisaltouw – al dan niet geel/groen geverfd – te planten. Zolang het sisaltouw nog een lange streng is, zorgt de twijning ervoor, dat het keurig in elkaar gedraaid blijft. Knipt u er echter stukjes van ± 2-2½ cm van af, dan vallen de vezeltjes uit elkaar en valt het niet mee, deze als een geheel in een daarvoor bestemd gaatje te planten. Fons Bossaers heeft daar de volgende oplossing voor gevonden. |
Knip van een enkele twijn sisal een stukje af van ongeveer 6 cm voor twee bosjes gras (of zolang als u het gras wil laten groeien). Draai de twijning nog eens extra stevig in elkaar, vouw het stukje touw dubbel en houd dit zo vast tussen duim en wijsvinger. Vervolgens doopt u het dubbelgevouwen eind in vloeibare Latex, Jutex of witte houtlijm zodat er in het midden van het stukje sisaltouw ongeveer 1 cm geheel door lijm is omgeven. Draai daarna het nu weer gestrekte stukje touw nogmaals met beide duimen en wijsvingers stevig in elkaar, zodat de lijm goed in de vezels wordt geperst (we wringen het a.h.w. uit) en leg de stukjes touw te drogen. Na ongeveer een kwartier tot een half uur is de lijm dusdanig ingedroogd, dat u de gelijmde plaatsen nogmaals kunt aandrukken door deze al draaiende tussen duim en wijsvinger te rollen. |
De volgende dag snijdt u de dubbele planten precies in het gelijmde deel doormidden en kunt u deze gemakkelijk in de daarvoor bestemde gaatjes in de ondergrond planten. Ook dit weer na eerst een weinig witte houtlijm in het gaatje te hebben gesmeerd of het ‘wortelgedeelte’ van de plant in de lijm te hebben gedoopt. |
In de hierbij geplaatste schetsjes is een en ander nog wat verduidelijkt (bron: ModelSpoorwegen nr. 109, december 1988. |
Door de plukjes sisaltouw op deze manier te behandelen, kunt u zonder bezwaar de vorm van het ‘gras’ plat, krom of gewoon recht laten. Het eigenlijke ‘planten’ gaat ook erg snel, zodat het vrij gemakkelijk is hiervan een flinke hoeveelheid te gebruiken, eerst dan zal het resultaat ook werkelijk effect hebben. |
Een alternatief zijn de fieldgrass-producten van Woodland Scenics. Neem een klein bundeltje van deze lange vezels
en knip ze op de gewenste lengte. Door de vezels eerst in de lengte richting iets uit elkaar te schuiven, ze
vervolgens aan de bovenkant vast te pakken en dan aan de onderkant door te knippen krijgt u een bundeltje gras van
verschillende lengtes. Doop de onderkant ( het ‘wortelgedeelte’) in de houtlijm en stop het in een klein voorgeboord
gaatje of zet het gewoon rechtop neer. Vezels iets uit elkaar drukken en klaar is kees. U kunt vezels van
verschillende kleuren mengen waardoor u een realistischer effect creëert dan wanneer u het alleen bij één kleur
groen houdt.
|
Patchen en patchwork zijn Engelse begrippen voor o.a. lapwerk en maken van lappendekens. In de modelbouw bedoelen we met deze techniek een algemene methode waarbij verschillende matjes van een commercieel product, zoals van Silhouette of Heki of Greenland, worden verknipt in kleine stukjes en vervolgens weer willekeurig worden samengevoegd als was het een lappendeken. |
Silflor is een begrip aan het worden in modelbouwland als het betere, maar dure begroeningsmateriaal. Producent Silhouette heeft een assortiment aan prachtige materialen. Ik gebruik ze voor op de voorgrond vanwege de hoge prijs. Hele weilanden maak ik er niet van. Voor het maken van grassen kunt u matjes kopen in verschillende kleuren en hoogten, namelijk laag, middelhoog en hoog. |
Zorg voor een ondergrond zoals in het begin van dit artikel is geschetst. De matjes van Silflor zijn redelijk open en de ondergrond schijnt erdoorheen. Als u dit niet wilt en een dichte groene grasmat wilt imiteren dan kunt u de ondergrond beter groen schilderen met b.v. acrylverf van Talens. |
Van de matjes (van verschillende graslengte) moeten willekeurige kleine stukjes (van enkele vierkante cm) worden afgeknipt die vervolgens op de ondergrond moeten worden vastgelijmd. Vooral als u een ruige berm of slootkant wil imiteren gebruikt u kleine stukjes van verschillende lengte en kleur. Ook grotere oppervlakten, zoals weilanden, moeten met veel kleine stukjes worden vol gelegd. Maak niet de fout om de gehele silflor mat vast te plakken, want dat resulteert in een zeer eentonig geheel en daarvoor is dit materiaal veel te mooi en veel te duur. U kunt de stukjes vastlijmen met Tesa alleslijm of UHU-hart. Deze lijmen drogen snel, dus dan moet u ook snel werken. En als het spul vastzit moet u er niet meer aankomen. Daarom geven sommige modelbouwers de voorkeur aan houtlijm. Dan kunnen ze de uitgeknipte stukjes nog wat heen en weer schuiven. U moet er niet op drukken anders gaat de structuur verloren. Druk met een pincet de onderkant in de lijm. Deze methode is goed en met veel fotomateriaal beschreven door Jan Hein Ruijgrok in Railmagazine nummer 169. |
Als u houtlijm gebruikt kunt u voordat de lijm is gedroogd nog wat spoelzand tussen de sprieten strooien en die er met een grote kwast tussen stoten. |
Met een airbrush kunt u kleurvariaties aanbrengen als beige, geel, zandkleur, lichtbruin, lichtgroen.
Hierbij verdunde verf gebruiken en niet dekkend spuiten. De onderliggende kleur moet erdoorheen schemeren.
Hiermee verdwijnt ook de naar mijn smaak te sterke glans van de vezels. Met een penseel kunt u de lange
punten van het gras accentueren met geel, beige, lichtgroen. Probeer hierbij ook de drybrush techniek.
Dit is een techniek waarbij een in de verf gedoopte kwast wordt afgeveegd aan een lap. Hierdoor blijft heel
weinig verf op de kwast achter. Met die afgeveegde kwast moet u langs de sprieten strijken.
|
Decovlies is een product van Heki dat een beetje is te vergelijken met dat van Silhouette. Het is prima
geschikt voor ruige bermen en dergelijke en wordt geleverd in Wildgras (lange vezel) en Wiesengras
(kortere vezels) in 5 basiskleuren. Het heeft een vrij open structuur (geen textiel of dicht materiaal
aan de onderkant) waardoor de ondergrond er zeer goed doorheen kan schijnen. Eventueel kunt u de ondergrond
ook groen schilderen. De kleur van het materiaal vind ik niet zo mooi en dus spuit ik er een groen laagje
verf overheen met de airbrush. Eerst olijfgroen dat met geel lichter is gemaakt, dan hier en daar zandkleur
(dessert yellow van Tamiya) en nog wat geel. Als u geen airbrush heeft kunt u een verfspuitbusje van b.v.
Tamiya gebruiken (even eroverheen spuiten met olijfgroen (olive drab) is voldoende). Het decovliesmatje moet
een beetje uit elkaar getrokken en in willekeurige kleine stukjes worden geknipt om onregelmatige vormen te
krijgen. Op de ondergrond brengt u een laagje houtlijm aan waarin u de stukjes decovlies legt met behulp van
een pincet. Zorg ervoor dat alleen de onderkant in de lijm zit en niet het geheel is doordrenkt met lijm.
Druk niet het hele lapje aan, maar leg het voorzichtig op de lijm, anders komt er lijm op ongewenste plaatsen,
wat vooral duidelijk wordt als u vervolgens zand of foams instrooit; dit plakt dan aan het gras in plaats
van aan de ondergrond). Als de lijm nog nat is kunt u op de wat open plekken nog wat foam van Woodland Scenics
strooien voor de nodige variatie. Wat nog los ligt kunt u later met de stofzuiger verwijderen waarbij u een
nylon kous om de pijp doet met het oog op hergebruik van aldus verwijderd materiaal.
|
Greenland-patch methode |
Greenland brengt grasmatjes op de markt in diverse kleuren en uitvoeringen. Ze zien er heel wat beter uit dat de eentonige grasmatrollen gemaakt van naaldjes/vezels. Het matje moet aan stukjes worden geknipt. Daarna kan het op de ondergrond worden vastgezet met lijm (alleen aan de randen van de stukjes) of met spelden ingeval van toepassing van een ondergrond van piepschuim. De randen van de in stukken geknipte matjes moeten worden weggewerkt door het instrooien van fijn zand of foam. Dat zand of foam kan dan weer worden vastgezet met verdunde houtlijm of acryl. Je kunt een grasstoppel effect creëren door de vezels van de matjes kort te knippen en door het instrooien van zand. Greenland maakt aardige producten die bijdragen aan de broodnodige variatie. De matjes zijn net als die van Siflor en Heki niet goedkoop. Ze zijn dus niet zo geschikt om ettelijke vierkante meters van begroeiing te voorzien. |
Realiteit vraagt variatie in methoden en kleuren en onkruid tussen het gras |
Grassen zijn er in bruine en gele tinten en heel wat variaties aan groen. Er is niet één juiste kleur, maar er zijn wel juiste kleuren. Gebruik een aantal kleuren door elkaar. Een echt weiland is vaak een mengeling van kleuren. Bosbodems zijn vaak donkerder en bruiner van kleur, denk maar eens aan verdorde dennennaalden. |
Gebruik ook natuurlijke materialen tussen het gras zoals gemalen bladeren (gebruik hiervoor een oude koffie molen) en/of echte aarde, door een theezeefje gezeefd. |
Gebruik bovenstaande methoden naast en door elkaar. Dat geeft het beste effect. En tussen het gras groeit van alles, zoals onkruid. Eenvoudige methoden om onkruid te imiteren kan door gebruik te maken van foliage van Woodland Scenics of Heki en van de prachtige materialen van Silflor, bijvoorbeeld door berkenloof en naaldmateriaal (voor sparren en dergelijke) te gebruiken en dat fijn te knippen en rechtop tussen de grassen te planten. Ik wil het wat onkruid betreft hierbij laten, want daarvoor kunt u weer diverse methoden gebruiken. Als u er over wilt lezen zie dan de hieronder genoemde boeken. Wellicht schrijf ik nog een keer een artikel over onkruid. |
Producten |
|
Basisboeken |
|
Artikelen en overige uitgaven |
|
Uiteraard zijn er heel wat meer publicaties verschenen in de diverse bladen zoals de Model Railroader, Railhobby, Eisenbahn Journaal, etc. Je kunt er een literatuurstudie aan wijden. |
Veel plezier bij het modelbouwen. |
Han van Knippenberg |